Brabantse kloosters als termenlijst

Blogreeks 'Vinden door te verbinden' – deel 3

Door Cris Kremers en Sjors de Valk

Er is weinig samenhang in de Brabantse erfgoedinformatie: het is versnipperd en beperkt verbonden. Dit maakt het moeilijk te vinden. De oplossing hiervoor is door erfgoedinformatie te voorzien van termen. Erfgoed Brabant is bezig met het aanleggen van een lijst met termen voor de deelnemers van Brabant Cloud. In deze blogreeks 'Vinden door te verbinden' wordt hierop ingegaan.

De provincie Noord-Brabant heeft een enorm rijke kloostergeschiedenis. Maar hoeveel kloosters telt de provincie nu precies? Welke bestaan er nog en welke zijn inmiddels verdwenen? In welke plaatsen zijn ze gebouwd? En in welke periodes? Welke architecten waren betrokken? Door welke kloosterordes werden ze bewoond? Antwoorden op deze en soortgelijke vragen zijn niet eenvoudig te geven − er is niemand die het exact weet. Tot nu.

Brabantse termenlijst

Erfgoed Brabant is bezig met het in kaart brengen van alle kloosters die door de eeuwen heen gebouwd zijn. De verzamelde kloosters nemen we op in een kloosterlijst. En dat is uniek: zo’n lijst bestaat nog niet. Dat komt omdat deze lijst niet zomaar een lijst is − het is een zogeheten termenlijst. Een termenlijst, zo schreven we in de vorige blogpost, bestaat uit termen: gestructureerde en zorgvuldig gecontroleerde beschrijvingen van onderwerpen of entiteiten. In ons geval: kloosters.

Gebruik bij collectieregistratie

Wat kun je nu met deze kloosterlijst? Je kunt de lijst gebruiken bij het eenduidig beschrijven van het erfgoed in je collectie. Stel, je bent een heemkundige en je bezit een historische foto van een klooster. Bij de beschrijving van deze foto wil je vermelden wat de naam, het bouwjaar en het adres van het klooster zijn. Maar stel nu dat je nog meer foto’s van dit klooster hebt; dan moet je ook bij deze foto’s dezelfde informatie over het klooster vermelden. Dat zorgt voor veel herhaling en is foutgevoelig. In plaats daarvan kun je eenvoudig verwijzen naar een klooster in onze lijst; daarin staan alle kerngegevens.

Identificerende informatie

Welke informatie leggen we nu per klooster vast? Dat zijn drie soorten. In de eerste plaats identificerende informatie. Met deze informatie kan het ene klooster van het andere onderscheiden worden. Dit gaat bijvoorbeeld om de naam en eventuele alternatieve namen van het gebouw, zoals Mariaklooster of Clarissenklooster. Maar enkel de naam is niet afdoende. Zo zijn er ten minste vier Mariakloosters in Brabant − hoe hou je die uit elkaar? Daarom leggen we ook de plaats vast: het Mariaklooster in Maarheeze is een ander gebouw dan het gelijknamige klooster in Overloon. Maar we gaan nog een stap verder: het kan zijn dat er twee kloosters met dezelfde naam in dezelfde plaats zijn. Dit gebeurt doorgaans als het oorspronkelijke bouwwerk is gesloopt en daarna opnieuw is opgericht. Daarom leggen we ook de bouw- en eventuele sloopdatum vast.

Screenshot voormalig Mariaklooster te Geldrop

Identificerende informatie voor voormalig Mariaklooster in Geldrop (afbeelding: Erfgoed Brabant).

En we gaan nog een stap verder: we kennen ook een identificatiecode toe aan elk klooster. Dit is een soort barcode die elk klooster uniek kenmerkt: er is geen gebouw met dezelfde code. Dit is cruciaal voor je collectieregistratie. Als je foto’s of andere erfgoedobjecten hebt die gaan over een klooster, kun je in de beschrijving ervan precies deze identificatiecode vermelden − dan weet je zeker dat je naar het juiste klooster verwijst.

Onze codes hebben twee bijzondere eigenschappen. In de eerste plaats zijn het zogeheten webadressen, ook wel Uniform Resource Identifiers of URI’s geheten. Hierdoor kun je ze op het web opvragen, net zoals je dat met het webadres van deze blogpost kunt doen. In de tweede plaats zijn het duurzame codes. We willen graag dat instellingen de codes in hun collectieregistratie gebruiken. Maar dan moet iedereen erop kunnen vertrouwen dat onze codes blijven bestaan, nu en later. Wij zorgen ervoor dat dat zo is.

Contextuele informatie

Wat leggen we nog meer vast per klooster? In de tweede plaats contextuele informatie. Dat is informatie die meer achtergrond geeft over een klooster, zoals de architect, de kloosterorde en de persoon aan wie het gebouw gewijd is. Kortom, waardevolle gegevens als je op basis van de identificerende informatie meer te weten wil komen over het klooster.

Verwijzingen naar informatie van anderen

In de derde plaats leggen we verwijzingen naar andere bronnen vast. We registreren namelijk niet alle denkbare informatie over een klooster: alleen de informatie die van belang is voor de identificatie en de context. Maar andere bronnen kunnen hele nuttige extra informatie hebben. Bijvoorbeeld bouwkundige gegevens of gegevens over de religieuzen die in het klooster hebben gewoond. In onze informatie verwijzen we naar deze bronnen zodat je daar verder kunt lezen. Een voorbeeld hiervan is Reliwiki, de landelijke database voor religieuze gebouwen.

Screenshot Klooster Nieuwkerk

Klooster Nieuwkerk te Goirle met verwijzingen naar andere bronnen zoals het Monumenten Inventarisatie Project (MIP), DBpedia en Wikidata (afbeelding: Erfgoed Brabant).

Totstandkoming

Hoe hebben we de kloosterlijst gemaakt? We hebben enkele bestaande bronnen als startpunt genomen. In de eerste plaats een fraai overzicht dat het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) aan ons beschikbaar heeft gesteld. Het overzicht bevat alle namen van kloosters die bij het BHIC bekend zijn. Dit overzicht hebben we vervolgens uitgebreid met informatie die wordt bijgehouden in Wikidata, de wereldwijde encyclopedie. Daarna hebben we met een redactieteam de verzamelde informatie gecontroleerd, gecorrigeerd en aangevuld − een enorme opgave, vooral omdat we willen instaan voor de volledigheid en juistheid.

Uitdagingen

Is onze lijst nu perfect? Nee, dat niet. We hebben ervoor gekozen om klein te beginnen, door een overzichtelijk aantal gegevens per klooster te verzamelen en die zo zorgvuldig mogelijk vast te leggen. Want: kwaliteit boven kwantiteit; verdere uitbreiding kan altijd nog. Toch zijn we tijdens het registreren van informatie op verschillende uitdagingen gestuit die we nog willen aanpakken. Drie voorbeelden.

  1. We leggen de begindatum van de bouw van elk klooster vast. Maar deze datum is niet altijd bekend. Soms weten we alleen wat de datum van inwijding is, het moment waarop een klooster als religieus gebouw in gebruik is genomen. Maar voor deze datum, hoe waardevol ook, hebben we nu nog geen plek in onze lijst.
  2. We leggen de locatiegegevens van elk klooster vast, zoals het adres en de plaats. Maar dit gaat om de actuele gegevens, niet om de historische. Een klooster kan in het verleden een ander adres hebben gehad of tot een andere plaats hebben behoord. Dat is belangrijk om te weten, maar nog niet door ons geregistreerd. Locatiegegevens kunnen ook geografische coördinaten zijn − heel waardevol om kloosters op een kaart te kunnen tonen. Maar voor verdwenen kloosters is de exacte locatie niet altijd eenvoudig te achterhalen.
  3. We leggen de kloosterorde van elk klooster vast. Sommige kloosters zijn door meerdere ordes gebruikt. Hierdoor staan er bij deze kloosters twee of meer ordes vermeld. Dit kan suggereren dat er verschillende ordes tegelijkertijd in het klooster zaten. Maar dat is niet zo: elke orde zat er gedurende een bepaalde tijd. Deze mate van detail kunnen we nu nog niet registreren.

Hoe verder?

Waar staan we nu? De kloosterlijst is nagenoeg af. Maar hij wordt pas echt bruikbaar als hij gebruikt kan worden door instellingen bij hun collectieregistratie. Daarom willen we de lijst toegankelijk maken in het Termennetwerk van het Netwerk Digitaal Erfgoed, het landelijke samenwerkingsverband van erfgoedinstellingen. Zodra de lijst in het Termennetwerk staat, kan iedereen er eenvoudig in zoeken, zelfs vanuit collectiebeheersystemen zoals Memorix Maior. Meer daarover in de volgende blogpost.