Je collectie in perspectief

Blogreeks 'Waarde van woorden' – deel 2

Door Peer Verbruggen

De thema's diversiteit, toegankelijkheid en inclusie spelen een steeds belangrijkere rol binnen de maatschappij en dus ook in het erfgoedveld. Sinds anderhalf jaar staan diversiteit, toegankelijkheid en inclusie hoog op de agenda van Erfgoed Brabant. In zowel een intern proces als met verschillende (samenwerkings)projecten werkt Erfgoed Brabant aan een inclusievere organisatie én aan een inclusiever erfgoedveld.

Inclusie en collectiebeheer

Zoals in de eerste blog besproken is houd je bij inclusie rekening met de diversiteit van je bezoekers en zorg je ervoor dat je voor iedereen toegankelijk bent. Hierbij denk je misschien niet direct aan je collectie. Toch speelt inclusie ook daar op verschillende manieren een grote rol. Dezelfde collectie kun je namelijk op verschillende manieren bekijken.

Taal heeft een grote invloed op de beleving van een collectie. Een object is op zichzelf vatbaar voor interpretatie, maar de beschrijving van de registrator stuurt de “bezoeker” van een collectie in een bepaalde richting. Als registrator draag je dus bij aan de beeldvorming van erfgoedgebruikers en kun je bepaalde woorden, concepten en discoursen in stand houden of juist ter discussie stellen.

Aandacht voor woorden betekent dat we erkennen dat de taal die we gebruiken eraan bijdraagt dat groepen zich verbonden voelen met de samenleving. Dit is dus een strijd om representatie, herkenning en respect.

- Wayne Modest, Vrije Universiteit Amsterdam, Words Matter

Als je in je collectie taal gebruikt waardoor mensen zich buitengesloten voelen, zullen zij niet met je collectie aan de slag gaan (door deze te bezoeken of onderzoek te doen) en niet bijdragen aan het erfgoed. Het kan dan gaan om de woorden die je gebruikt bij het beschrijven van je collectie of om het verhaal dat je met je collectie wil vertellen. Met kleine aanpassingen in je woordgebruik en bewuste omgang met je taal kun je je collectie al snel inclusiever maken.

 

Taal en verhaal

Bij het registreren van je collectie is het belangrijk om te onthouden dat de geschiedenis wordt geschreven in de context van maatschappelijke machtsverhoudingen. Zo is het koloniale discours dat op dit moment ter discussie gesteld wordt, tot stand gekomen binnen een situatie waarin Europese landen de wereld domineerden. De geschiedenis van het kolonialisme is vooral geschreven vanuit het oogpunt van de witte, westerse koloniaal. Het verhaal dat we vertellen is daarom slechts één van de vele perspectieven waardoor een situatie bekeken kan worden.

Ook als museum hanteer je een bepaald perspectief op de geschiedenis. Dat is niet erg, maar het is wel belangrijk dat je je hiervan bewust bent. Is het perspectief dat je hanteert het perspectief dat je wil hanteren? Wat betekent dit voor het verhaal dat je vertelt? Wie zijn er daarmee niet zichtbaar? Wat wordt er hiermee vergeten? En welk beeld schets je hiermee van de verschillende actoren?

De andere perspectieven en wat jouw beschrijving betekent voor degene die je beschrijft worden vaak vergeten. Want wie zien we terug als we het hebben over het koloniale verleden? Bestuurders, missionarissen en soldaten. De verhalen van tot slaafgemaakten of andere niet-westerse inwoners van de koloniën zijn vaak (on)bewust vergeten of schetsen een beeld van een onderontwikkelde “ander”.

Dit geldt niet alleen binnen de koloniale context. Ook op een lokaal Brabants niveau vinden we veel terug over bestuurders, geestelijken en soldaten, maar veel minder over “gewone” boeren of arbeiders. Als het wel over de Brabantse boer gaat, gaat het vaak om de “bijgelovige, onderontwikkelde boer” of “eenvoudige, tevreden boer”. Want niet alleen hebben zij minder tastbare persoonlijke herinneringen achtergelaten. Het schrijven van de geschiedenis is ook een privilege dat vooral was voorbehouden aan een klein groepje vooraanstaande, welgestelde, opgeleide mannen.

 

Woorden doen ertoe

Behalve de vraag welke verhalen je vertelt is ook de vraag welke woorden je hierbij gebruikt belangrijk. Een woord heeft behalve haar betekenis ook vaak een achterliggend gevoel. Heeft het bijvoorbeeld een negatieve of een positieve connotatie? Ook hierbij is het belangrijk dat je je bewust bent van verschillende perspectieven. De complexiteit van de betekenis van en het gevoel bij woorden zien we bijvoorbeeld bij het woord “Marron”. Hiermee wordt verwezen naar nakomelingen van Afrikanen in Amerika, die aan slavernij ontsnapten en zich vestigden in moeilijk te bereiken gebieden.

De term [marron] komt van het zestiende­-eeuwse Spaanse woord ‘cimarrón’, dat weggelopen vee betekent. Het wordt om die reden als beledigend ervaren. Tegelijkertijd viert de term het voortdurende verzet tegen kolonialisme en slavernij, en wordt daarom gezien als empowering. Deze verschillende opvattingen maken het gebruik van het woord complex.

In Suriname en Nederland bieden sommigen weerstand tegen de term, terwijl die elders, bijvoorbeeld in Jamaica, meer geaccepteerd wordt.

- Words Matter, Nationaal Museum voor Wereldculturen

Het is hierbij belangrijk om te onthouden dat de connotatie bij woorden per persoon kan verschillen. Dat jij of je bezoekers geen opmerkingen hebben over je collectie, betekent niet dat het niet nodig is om je collectie vanuit meerder perspectieven te bekijken. Juist door open te staan voor meerdere perspectieven nodig je nieuwe doelgroepen uit om met je collectie aan de slag te gaan. Vooral bij collectie-items die gerelateerd zijn aan het koloniale verleden loont het om goed te kijken naar het verhaal dat je bij deze objecten vertelt en de woorden die je hierbij gebruikt.  

 

De eerste stappen

Het koloniale verleden kan een eerste thema zijn waarin je met inclusie in je collectieregistratie aan de slag kunt gaan. Want het koloniale verleden komt in vrijwel alle historische collecties op de een of andere manier terug. Je krijgt hierdoor ook vanzelf oog voor andere thema’s als sociaaleconomische positie, medische wetenschappen, gender of seksualiteit waar ook nog veel te winnen is op het gebied van inclusie.

Maar hoe kom je erachter welke items in jouw collectie zich in eerste instantie lenen om te bekijken. En waarom zijn bepaalde woorden die je gebruikt voor sommige mensen kwetsend? Dit kun je niet allemaal weten. Daarom zijn er ook verschillende tools om hierin de eerste stappen te kunnen zetten.

De Handreiking ‘Onderzoek naar sporen van slavernij en het koloniale verleden in collectieregistratie’ van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed biedt handvatten om in je eigen collectie op zoek te gaan naar het koloniale verleden. De gids legt uit waarom het belangrijk is, maar ook hoe je deze sporen kunt vinden. Want vaak zijn ze in meer of mindere mate verborgen in objecten over de missie of industrie. Kijk bijvoorbeeld eens naar missiebusjes of koffieblikken. Wat zie je dan? De gids biedt onder andere enkele woordenlijsten waarmee je in je collectie op zoek kunt gaan.

De gids Words matter, een incomplete gids voor woordkeuze binnen de culturele sector, gaat juist in op de betekenis en achtergrond van woorden en waarom bepaalde woorden mensen kunnen kwetsen. Daarnaast geeft de gids ook alternatieven die je kunt gebruiken. Ook deze gids biedt mooie handvatten om je collectie door te lichten op gevoelige materie.

Deze twee documenten bieden een mooie eerste stap om je collectie te doorzoeken op onbewust kwetsende taal. Het is echter belangrijk om te onthouden dat het niet gaat om een taak die je eenvoudig kunt afvinken. Inclusie is een houding en een zoektocht waar je je voor moet blijven openstellen.

Duik eens in je eigen collectie en kijk wat er in jouw collectie gebeurt. Op welke manier we om kunnen gaan met de beschrijvingen en concepten in je collecties bespreken we in de volgende blog.