Handvatten voor een inclusieve collectie

Blogreeks ‘Waarde van woorden’ – deel 3

Door Peer Verbruggen

De thema's diversiteit, toegankelijkheid en inclusie spelen een steeds belangrijkere rol binnen de maatschappij en dus ook in het erfgoedveld. Sinds anderhalf jaar staan diversiteit, toegankelijkheid en inclusie hoog op de agenda van Erfgoed Brabant. In zowel een intern proces als met verschillende (samenwerkings)projecten werkt Erfgoed Brabant aan een inclusievere organisatie én aan een inclusiever erfgoedveld.

In de vorige blog hebben we gezien dat de woorden en discoursen die je gebruikt in je collectieregistratie door verschillende mensen verschillend ervaren kunnen worden. Iets waar jij persoonlijk geen problemen mee hebt, kan een ander diep kwetsen.

Door rekening te houden met deze verschillende ervaringen werk je aan een inclusiever collectiebeheer en nodig je meer mensen uit om met je erfgoed aan de slag te gaan. Hiervoor is het wel belangrijk dat je je collectie goed doorspit en actief met je taalgebruik aan de slag gaat.

Kwetsende woorden of concepten kunnen op verschillende manieren voorkomen en we kunnen hier op verschillende manieren mee omgaan. Het rigoureus verwijderen van deze woorden is niet altijd de oplossing. Hiermee kun je de historische context verliezen. Door de informatie wel te bewaren, heb je ook handvatten om het gesprek over het verleden aan te gaan.

We hebben verschillende situaties geïdentificeerd, waarin een woord voor kan komen en wat daarvoor de oplossing kan zijn. Het uitgangspunt is, dat wanneer je niet kunt uitleggen waarom je het belangrijk vindt dat een woord blijft staan, je deze beter kunt verwijderen. Als je het wel kunt uitleggen, is het belangrijk dat te doen.

Omstreden objecten

De meeste erfgoedcollecties bevatten objecten die tegenwoordig niet meer gemaakt worden. Een klein deel hiervan wordt als kwetsend of denigrerend gezien. Een historisch object kun je niet aanpassen dus dat maakt het lastig om je collectie hiervan te vrijwaren.

Als collectiebeheerder heb je verschillende afwegingen om te maken. Wanneer je het object vernietigt of weggooit ontken je daarmee het verleden. Door bijvoorbeeld alle objecten rondom het slavernijverleden te vernietigen maak je dit verleden niet ongedaan.

Het is juist belangrijk om het gesprek over je verleden aan te kunnen gaan en daar heb je ook pijnlijke objecten voor nodig. Maak daarbij wel altijd de afweging of het tonen van het object daadwerkelijk nodig is. Soms kun je er ook voor kiezen om een object niet te tonen in je presentatie (offline of online), maar het wel te bewaren.

Het is altijd belangrijk om een goede context aan het object te geven. In welke situatie is het object vervaardigd en gebruikt en waarom is hier tegenwoordig discussie over? Leg ook uit waarom je er wel voor kiest om het object te tonen. Dit kun je bijvoorbeeld bij het object of in het algemeen op je website aangeven. Gebruik deze objecten om de discussie aan te gaan en mensen uit te nodigen hierover in gesprek te gaan. Maar sta dan ook open om een open discussie te voeren.  

Hetzelfde geldt als bepaalde woorden voorkomen op of in een historisch object zoals op een poster of in een boek of document. Omdat je het object niet kunt aanpassen zul je in je collectiebeschrijving een context moeten schetsen en moeten uitleggen waarom het object deze woorden bevat.

Ook in een modern object, bijvoorbeeld een boek of tekening van een lokale maker, kun je omstreden discoursen of woorden tegenkomen. Hiervoor geldt hetzelfde als in een historisch object. Je kunt het object niet wijzigen, maar wel de context uitleggen. Je kunt je in dit geval ook afvragen of dit iets is dat je in je collectie wil opnemen. Het is een onderdeel van een bepaald tijdsbeeld en misschien een verdwijnend idee, maar vraag je altijd af of je aan deze woorden of ideeën een podium wil geven.

Historische beschrijvingen

Het kan zo zijn dat een bepaald woord of idee voorkomt in een historische beschrijving, bijvoorbeeld op de achterkant van een oude foto, of in een oude collectiebeschrijving. Hier geldt hetzelfde als bij de historische objecten. Ook deze oude omschrijvingen geven een tijdsbeeld weer en ook hier geldt dat je ze liever niet verwijdert.

Bedenk je echter altijd of het nodig is om dit tijdsbeeld te presenteren. Je kunt er ook voor kiezen om deze informatie bijvoorbeeld in een notitieveld vast te leggen en niet online te tonen. Zo voorkom je dat je mensen kwetst, maar verlies je het tijdsbeeld niet wanneer mensen daar interesse in hebben.

Als je ervoor kiest om deze beschrijvingen wel te tonen geef dan aan dat het om een historische beschrijving gaat, waarbij je uitlegt dat het woord in die context gebruikt is en op het moment van registratie van het object niet meer gebruikt zou worden.

Moderne beschrijvingen

Er zijn verschillende manieren waarop een kwetsend woord voor kan komen in een moderne omschrijving. Sommigen daarvan wil je liever aanpassen, anderen kun je, in context, laten staan. Elke situatie vraag om een andere manier van verwerken. 

  • Als citaat van een object.
    Wanneer een kwetsend woord in een object te vinden is, kan het zijn dat je deze ook in je beschrijving aanhaalt. Geef dan aan dat het om een historisch woord gaat, die niet meer gangbaar is. Geef het woord weer tussen enkele aanhalingstekens. Gebruik dit alleen wanneer het nodig is voor je collectieomschrijving en gebruik bij voorkeur een alternatief woord.

  • Als regulier woord.
    Wanneer je iets wil aanduiden en daarvoor een kwetsend woord gebruikt, kun je op zoek gaan naar een woord dat tegenwoordig gangbaar is. Veel kwetsende woorden hebben alternatieven die het oude woord kunnen vervangen. Kijk hiervoor ook in de gids Words Matter. Wanneer je je punt kunt maken zonder het woord kun je het ook weglaten.

  • In een historische context.
    Wanneer je een historische context schetst en hiervoor bepaalde historische woorden belangrijk zijn kan het nodig zijn om een woord wel te laten staan. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een historische eigennaam die verwijst naar een kwetsend woord. Geef dan aan dat het om een historisch woord gaat die tegenwoordig niet meer gangbaar is en plaats het woord of de woorden tussen enkele aanhalingstekens.

  • Als trefwoord.
    Kwetsende terminologie als trefwoord wil je het liefst helemaal vermijden. Je kunt er dan voor kiezen om een vervangend woord te gebruiken of je af vragen of het belangrijk is om een apart trefwoord te gebruiken om iets aan te duiden. Soms kun je het belangrijk vinden om aan te geven dat je een ‘zwarte man’ ziet in plaats van een ‘witte man’. Als dit niet het geval kun je het bijvoeglijk naamwoord beter weglaten.

  • Als titel.
    Wanneer een kwetsend woord als titel aan een object gegeven is, is het belangrijk om vast te stellen of deze titel door de maker van het object gegeven is, of dat deze door een registrator is toegekend. Wanneer deze door een registrator is toegekend kun je er het beste voor kiezen de titel aan te passen. Je kunt de historische titel wel bewaren in een notitieveld, zodat de geschiedenis van het object bewaard blijft. Wanneer de titel door een maker is gegeven, is het belangrijk om aan te geven dat het gaat om de historische titel die door de maker is toegekend. Bij een boek of artikel is het vaak duidelijk dat het om een historische titel gaat. Schets dan wel de context bij het object. Waarom is de titel van dit object tegenwoordig omstreden.

Stap voor stap aan de slag

In deze blogreeks hebben we je meegenomen in de stappen die je zet naar een inclusiever collectiebeheer. Werk hierin stapsgewijs en denk niet dat je direct alles op kunt lossen. Het gaat hier om een proces waarin je zelf kunt groeien.

  1. Kijk eens naar je eigen perspectief
    Ben je bewust van je eigen perspectief en hoe dit doorwerkt in je collectie. Want welke perspectieven worden vaak vergeten? Pak eens een object en bedenk met een groepje verschillende soorten verhalen die je bij het object kunt vertellen. Je zult dan zien dat elk object ontelbare verhalen zou kunnen vertellen.

  2. Zoek in je collectie naar sporen van het koloniaal verleden.
    Kwetsend taalgebruik of kwetsende discoursen komen in de context van het koloniaal verleden relatief vaak, maar niet exclusief, voor. De Handreiking ‘Onderzoek naar sporen van slavernij en het koloniale verleden in collectieregistratie’ van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed biedt een woordenlijst waarmee je objecten met een eventuele link met het koloniale verleden eenvoudig opspoort. Op deze manier creëer je meer bewustzijn binnen je eigen organisatie over het taalgebruik dat nu of in het verleden is gebruikt om je collectie te beschrijven.

  3. Maak je collectie inclusiever, woord voor woord.
    Kam je collectie uit op taalgebruik dat door veel mensen als kwetsend gezien wordt. Kies bijvoorbeeld een woord uit de gids Words Matter. Deze biedt een woordenlijst met alternatieven. Je kunt je collectie op deze woorden doorzoeken en contextualiseren of aanpassen.

Sta open voor elkaar

Aan de slag gaan met inclusief taalgebruik kan een gebed zonder einde lijken. Taal ontwikkelt zich en er komen steeds woorden bij of ze raken uit gebruik. Sta er dan ook voor open om je hierin te blijven ontwikkelen en ben niet bang met elkaar in gesprek te gaan. Een beetje rekening houden met elkaar en een open gesprek maken het werken met onze collecties voor iedereen een stuk leuker.

Mocht je vragen hebben over taalgebruik in je collectie of het gesprek willen voeren over inclusief taalgebruik binnen jouw organisatie neem dan contact met ons op via helpdesk@brabantcloud.nl.